Dringende oproep aan Ministers, Staatssecretaris en Kamerleden om Europese wetgeving tegen online kindermisbruik te steunen.
In de komende weken bepaalt Nederland, net als andere Europese lidstaten, haar standpunt ten aanzien van de door de Europese Commissie voorgestelde verordening ter voorkoming en bestrijding van (online) seksueel misbruik van kinderen. Vanuit 12 organisaties is er een brief met een dringende oproep naar Minister Bruins Slot (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid), Staatssecretaris Van Huffelen (Koninkrijksrelaties en Digitalisering) en leden van de Kamercommissies voor Justitie en Veiligheid en Digitale Zaken verstuurd om uit te leggen waarom de steun van Nederland juist nu zo belangrijk is. We vragen hen om hun rol en invloed in te zetten om deze belangrijke verordening te steunen, en bieden daarbij onze gezamenlijke expertise aan.
Eén op de vijf kinderen in Europa is het slachtoffer van seksueel geweld en misbruik en bij één op de drie gemelde gevallen van seksueel misbruik van kinderen is een kind jonger dan tien jaar betrokken. Jaarlijks circuleren miljoenen afbeeldingen van kindermisbruik op het internet, waarvan het merendeel gehost wordt in de EU (60%) en een groot deel hiervan in Nederland. Het is hoog tijd dat alle EU-landen hiertegen sterke maatregelen nemen waaraan een gedegen afweging van fundamentele rechten ten grondslag ligt.
In de brief onderstrepen we onder andere:
- Dat wij verheugd zijn dat de voorgestelde verordening zich richt op een preventieve aanpak van online kindermisbruik door álle online dienstverleners en hen verplicht om risico’s voor kinderen in kaart te brengen en te beperken. De bescherming van kinderen én privacy kunnen daarbij samen gaan.
- Dat er veel misverstanden bestaan over de verordening. De verordening legt geen algemene toezichtverplichting op, en voorziet juist in toezicht op specifieke, door risico bepaalde gevallen. De verordening vraagt ook niet om enige vorm van encryptie te ‘breken’ maar bepaalt juist dat alleen detectie technologie kan worden gebruikt die een gedegen toetsing doorstaat. Voor de bescherming van kinderen tegen online seksueel misbruik en uitbuiting zouden alle huidige en toekomstige technologische oplossingen moeten worden benut, wanneer deze voldoen aan waarborgen. De nieuwe verordening maakt dit mogelijk.
- Dat wij in de nieuwe wetgeving verschillende risico’s identificeren die extra waarborgen nodig hebben, bijvoorbeeld het risico dat jongeren worden opgespoord die vrijwillig online seksueel gedrag vertonen met leeftijdsgenoten en risico’s van menselijke controle op gedetecteerde signalen van kindermisbruik. Hiervoor dienen goede regels te zijn in de verordening.
- Dat de wetgeving de efficiëntie en schaal van de bestrijding van online kindermisbruik zal vergroten. Doordat verplicht preventieve maatregelen worden genomen door alle online service aanbieders en beeldmateriaal door alle aanbieders in een kort tijdsbestek wordt verwijderd, is te verwachten dat het aantal meldingen uiteindelijk zal dalen. Hierdoor krijgt de politie steeds meer ruimte voor en zicht op nieuwe slachtoffers en daders.
- Dat detectie technologie bewezen effectief is en een onmisbaar onderdeel van een holistische reactie op online kindermisbruik vormt. Wij willen dat de verordening een breed toepassingsgebied blijft hebben zodat deze toekomstbestendig en technologisch neutraal is, zonder blinde vlekken te creëren die door daders zullen worden misbruikt.
De brief is ondertekend door kernleden van het Kinderrechtencollectief (Terre des Hommes, Defence for Children – ECPAT, Save the Children Nederland, Kinderpostzegels, Nationale Jeugdraad) alsmede UNICEF Nederland, Plan International, Child Helpline International, Free a Girl, International Justice Mission, Centrum tegen Kinderhandel en Mensenhandel, en Spine.