HET VERHAAL VAN GITA

 

‘Mijn naam is Gita. Ik wil je graag vertellen over mijn dochter, maar ik weet niet meer waar te beginnen. Ik ben zo moe.’ Ze veegt haar tranen weg en richt haar blik op de grond. Dan begint ze toch zachtjes te praten.

‘Mijn dochter, Nisha, is mijn meisje. Mijn trots. Wij waren al arm toen ze geboren werd, maar het geluk van haar bracht ons alle rijkdom die we nodig hadden. Omdat ik nooit de kans heb gehad om naar school te gaan, droomde ik al vanaf haar geboorte dat ik haar die kans wel kon geven. Ik werkte dag en nacht om te sparen voor haar school. De examens kwamen er nu aan en ze was heel dicht bij het diploma dat haar leven zou veranderen. Maar dat liep anders.

De laatste tijd had ze een vriendje. Het begon met haar telefoon. Ik voelde in mijn hart dat deze jongen niet goed voor haar was. Om te zorgen dat ze haar school haalde, stuurde ik haar naar haar oom. Zonder telefoon, zodat ze zich kon focussen. Ik mistte haar enorm, maar alles om haar te helpen school goed af te sluiten.

Iedere avond om 9 uur belden we. Ik wachtte iedere avond bij de telefoon. Een nacht droomde ik dat de jongen haar zou meenemen. Ik vertelde het die avond aan haar. Ik was bang. Ze hoorde het, maar verzekerde me dat het een nare droom was. De dag erna zat ik weer te wachten tot de telefoon zou rinkelen. Hij ging niet. Ze bleek verdwenen na de les. Ze had niets bij zich, alleen wat boeken en een trui. Sindsdien hebben we niets meer van haar gehoord.

Ik wilde er naartoe, maar er was geen vervoer. Het was te laat. Omdat we arm zijn, wil niemand ons helpen. Ik weet dat we geen geld hebben, maar niemand mag zomaar mijn meisje van ons afpakken. Dat kan toch niet?

Ze is nu 2,5 maand weg.  Ik ben erheen gegaan. Zo ver ben ik nog nooit gereisd. Alleen reizen kan ik niet, mijn man ging mee. De politie doet niks. Ze wuiven het weg. Ze zien me niet eens. Ik kan me niet indenken wat er met haar gebeurt. Als ik eraan denk, stort ik in.

Mijn man is erg ziek. Hij eet niet, verstopt zich en ’s nachts hoor ik hem zachtjes huilen. Hij kan niet zonder haar, net als ik en als haar broertje. Iedere keer als hij naar haar vraagt, holt me dat verder uit. Ik voel me zo leeg vanbinnen. Ik kan niet meer. Alsjeblieft, help me, er is niemand anders. Help me en breng mijn dochter terug.